Bruine kapucijnaap Sapajus apella
Dieren in onze sanctuary
Siti (Vrouwtje)

Siti, Salvador en Sarah zijn aapjes waarvoor een Frans dierenpark een goed tehuis zocht. Ze werden daar tijdelijk ondergebracht afkomstig van een failliete zoo uit Duitsland.
Salvador (Vrouwtje)

Siti, Salvador en Sarah zijn aapjes waarvoor een Frans dierenpark een goed tehuis zocht. Ze werden daar tijdelijk ondergebracht afkomstig van een failliete zoo uit Duitsland.
Lena (Vrouwtje)

Lena werd bij een particulier gehouden in Tsjechië en daarna verkocht in Spanje, waar Lena in beslag werd genomen en overgebracht werd naar stichting AAP. Nu leeft ze gelukkig terug samen met soortgenoten.
Petronila (Vrouwtje)

Petronila werd gevonden op een parking in België. Vastgebonden aan een lantarenpaal, achtergelaten door haar vorige eigenaar die waarschijnlijk tot de vaststelling was gekomen dat hij haar niet kon geven wat ze eigenlijk nodig had. Nu leeft ze gelukkig terug samen met soortgenoten.
Téte (Mannetje)

Téte is waarschijnlijk een wild aapje afkomstig uit Bolivia dat in Spanje werd gehouden door een particulier in een heel kleine kooi. Omdat de eigenaar dat zelf eigenlijk wel zielig vond, nam hij Téte regelmatig mee “uit wandelen” en bij zo’n gelegenheid heeft Téte spijtig genoeg een kind gebeten. Na dit incident heeft de eigenaar Téte afgestaan.

Kenmerken
- Grootte:
- 30 - 55 cm
- Voedsel:
- Bessen, noten, insecten, eieren, vogels, hagedissen, fruit, kuikens, kikkers
- Gewicht:
- 1,3 kg - 4.8 kg
- Leeftijd:
- 20 - 45 jaar/ans/years
- Draagtijd:
- 6 maanden/mois/month
- Status:
- Niet bedreigd
- Familie:
- Bruine capucijnaap
- Leefomgeving:
- Tropische regenwouden en andere bossen in Zuid-Amerika
- Leefgebied:
- Ten oosten van de Andes, van Colombia en Venezuela tot Paraguay en Noord-Argentinië
Uiterlijk
De bruine kapucijnaap is steviger gebouwd dan andere kapucijnapen, met een dikke, ruwe vacht en een relatief korte, dikke staart. Zijn vacht is overwegend grijsbruin, met een lichtere buik en zwarte handen en voeten. Opvallend is de zwarte "kap" op zijn kop, die doorloopt in bakkebaarden. Bovenop het voorhoofd heeft hij een bosje lange, verharde haren dat hij kan optillen als een soort pruik. De staart is sterk en functioneert als grijpstaart, wat hem helpt bij het klimmen.
Mannetjes zijn meestal groter dan vrouwtjes. Een volwassen mannetje kan tussen de 1,9 en 4,8 kg wegen, terwijl een vrouwtje tussen de 1,3 en 3 kg weegt.
Gedrag
Bruine kapucijnapen zijn dagactieve primaten die in bomen leven, maar ze komen ook regelmatig op de grond om voedsel te zoeken of afstanden tussen bomen te overbruggen. Ze slapen 's nachts in holle bomen of tussen dichte takken.
De soort leeft in groepen van 2 tot 20 individuen, meestal onder leiding van een dominant mannetje. In sommige groepen zijn meerdere mannetjes aanwezig, maar slechts één mannetje is dominant en paart met de meeste vrouwtjes. Binnen de groep bestaat een duidelijke hiërarchie, waarbij de hoogste vrouwtjes zich in de voorhoede bevinden tijdens het foerageren.
Voeding
De bruine kapucijnaap heeft een gevarieerd dieet en eet fruit, noten, bladeren, scheuten, insecten, larven, eieren, jonge vogels, kikkers en hagedissen. Noten en harde vruchten worden eerst tegen een tak of steen geslagen om ze te openen.
Deze apen staan bekend om hun vermogen om gereedschappen te gebruiken. Ze gebruiken stenen om noten te kraken en stokken om insecten uit boomschors te halen of om naar voedsel te graven. Ook gebruiken ze bladeren om water op te scheppen.
Habitat
Bruine kapucijnapen bewonen een breed scala aan bostypen, voornamelijk tropische regenwouden, maar ook drogere bossen en halfopen gebieden. Ze komen voor op hoogtes tot 2700 meter.
Voortplanting
De bruine kapucijnaap heeft geen strikte paartijd, maar de meeste geboortes vinden plaats tijdens het droge seizoen of vroeg in het regenseizoen. Het dominante mannetje paart met de meeste vrouwtjes en bewaakt hen tijdens de laatste vruchtbare dagen om concurrentie van andere mannetjes te voorkomen.
Na een draagtijd van ongeveer 180 dagen wordt meestal één jong geboren, met een gewicht van 200 tot 250 gram. De moeder draagt het jong de eerste maanden op haar buik en later op haar rug. Vrouwtjes binnen de groep helpen soms bij de verzorging van een jong. De zoogtijd duurt ongeveer negen maanden. Vrouwtjes worden geslachtsrijp na vier jaar, terwijl mannetjes pas na zeven jaar geslachtsrijp worden en dan vaak de groep verlaten.
Bedreigingen
De bruine kapucijnaap is niet bedreigd en komt in veel delen van Zuid-Amerika algemeen voor. Ze hebben een groot verspreidingsgebied en passen zich goed aan verschillende leefomgevingen aan.
Adopteer deze Bruine kapucijnaap