Siberische oehoe Bubo bubo sibericus
Dieren in onze sanctuary
Siboe
Siboe is een van de zovele roofvogels die bij particulieren worden gehouden in een veel te kleine volière of zelfs worden vastgebonden. Door omstandigheden worden ze afgestaan of achtergelaten. Siboe werd binnengebracht in een opvangcentrum en kan nu genieten van een nieuw leven in De Zonnegloed.
Bubo
Bubo werd in beslag genomen bij een particulier. Hij werd daar jarenlang in een veel te kleine kooi in de woonkamer gehouden als gezelschapsdier. Gelukkig kon hij uit deze situatie gehaald worden en kan hij nu terug leren om te leven als een oehoe, rondvliegend in een ruime volière en samen met soortgenoten.
Kenmerken
- Grootte:
- 60 - 70 cm / spanwijdte: 1,9 m
- Voedsel:
- Muis, rat, konijnen, vogel
- Gewicht:
- 3 kg
- Leeftijd:
- 20 jaar/ans/years
- Draagtijd:
- 4 maanden/mois/month
- Status:
- Niet bedreigd
- Familie:
- Siberische oehoe
- Leefgebied:
- Siberië
Waar voelt hij zich op zijn best?
De Siberische oehoe houd van bossen en op vlaktes van Finland en Rusland tot Gibralstar. In het hoge noorden vanSiberië.
Wat eet hij graag?
De Siberische oehoe zal alles eten van wat het kan vangen: muizen, ratten, konijnen, egels, vossen , allerlei vogels, maar ook katten en aas.
MEER INFO
De Siberische oehoe is een ondersoort van de Europese oehoe. Op vele vlakken komen ze dus overeen met de informatie die je vindt op de pagina van die soort. De Europese oehoe heeft zo een tiental ondersoorten. De Amerikaanse oehoe is een volledig aparte soort.
Toch zijn er enkele verschillen. Een ondersoort is vaak te vinden een bepaald gebied. De Siberische oehoe komt zo voor van het Oeralgebergte tot centraal en zuidwestelijk Siberië en leeft dus in meer rotsachtige gebieden, taiga of naaldboomwouden. Het is de meest noordelijke van alle ondersoorten van de Europese oehoe.
Het is ook de meest opvallende door hun bleke verenkleed met minder zwarte aftekeningen op de borst. Hierdoor vallen ze minder op in de sneeuw. Ook hun ogen zijn wat lichter gekleurd. Toch is het niet te verwarren met de sneeuwuil door de zwarte vlekken op de schouders en rug, maar ook door de grootte en de “oortjes”. Dit zijn geen echte oren, deze zijn verborgen in het verenkleed. Bij uilen staat de ene gehoorgang overigens wat hoger dan die van de andere zijde, zodat ze nog beter kun prooi kunnen lokaliseren.