en fr

Lama Lama glama

Dieren in onze sanctuary

Gustella
Geboortedatum
05-02-2013
Datum opgevangen
05-02-2013
Gustella

De dieren uit de tijd dat De Zonnegloed nog enkel een educatieve kinderboerderij was, blijven natuurlijk ook op De Zonnegloed wonen. Gustella is ook een dier die hier al van in dat prille begin aanwezig was voordat we een Sanctuary werden.


Adriano
Datum opgevangen
03-03-2011
Adriano

De dieren uit de tijd dat De Zonnegloed nog enkel een educatieve kinderboerderij was, blijven natuurlijk ook op De Zonnegloed wonen. Adriano is ook een dier die hier al van in dat prille begin aanwezig was voordat we een Sanctuary werden.


Witje
Geboortedatum
19-01-2014
Datum opgevangen
19-01-2014
Witje

De dieren uit de tijd dat De Zonnegloed nog enkel een educatieve kinderboerderij was, blijven natuurlijk ook op De Zonnegloed wonen. Witje is ook een dier die hier al van in dat prille begin aanwezig was voordat we een Sanctuary werden.


Lama - De Zonnegloed - Dierenpark - Dieren opvangcentrum - Sanctuary Adopteer deze Lama

Kenmerken

Grootte:
120 cm
Voedsel:
Bladeren, wortel, knollen, graan, noten, mossen2, takken, boomschors
Gewicht:
130 - 155 kg
Leeftijd:
20 jaar/années/years
Draagtijd:
11 maanden/mois/month
Status:
Niet bedreigd
Familie:
Lama
Leefgebied:
Andes van Ecuador, Peru, Bolivia, Chili en Noordwest-Argentinië

Waar voelt hij zich op zijn best?

De lama is een bergbewoner die zich thuisvoelt op 2300 tot 4000 meter hoogte in de Andes, ten zuidwesten van Zuid-Amerika. Zijn dikke, wollen vacht beschermt tegen temperatuurwisselingen en de smalle, beweeglijke eeltkussens onder zijn poten bieden houvast op steile hellingen.

Wat eet hij graag?

Het dieet van de lama is plantaardig en bestaat uit bladeren, knoppen, grassen, kruiden en mossen.

Huisdier

Hij komt niet voor in het wild, maar wordt als huisvee gehouden. De lama stamt af van de guanaco, die 6000-7000 jaar geleden werd gedomesticeerd. De Inca’s gebruikten de lama als lastdier in de zilvermijnen, aten het vlees en gebruikten de wol om kleding en touw van te maken. Van de huid fabriceerden ze schoenen en van het vet werden kaarsen gesmolten. Zelfs de gedroogde mest kreeg een functie: als brandstof.

 

MEER INFO

De lama (Lama glama), soms ook schaapkameel genoemd, is een gedomesticeerd Zuid-Amerikaans hoefdier uit de familie der kameelachtigen (Camelidae). Behalve de gedomesticeerde lama bestaan er nog drie soorten lama's, de vicuña (Vicugna vicugna), de alpaca (Vicugna pacos) en de guanaco (Lama guanicoe). De guanaco is de nauwst nog levende verwant van de lama, en mogelijk de wilde voorouder. Het is echter ook mogelijk dat de lama afstamt van een aan de guanaco verwante wilde lamasoort, die tegenwoordig in het wild is uitgestorven. Genetisch onderzoek heeft verder uitgewezen dat de alpaca afstamt van de vicuña.

Leefgebied

Wereldwijd leven er zo'n 3,7 miljoen lama's. In de Andes van Ecuador, Peru, Bolivia, Chili en Noordwest-Argentinië. Vooral in Bolivia komt hij nog veelvuldig voor: geschat wordt dat hier zo'n 70% van de totale populatie leeft. De lama wordt in Zuid-Amerika traditioneel gebruikt als lastdier en wolleverancier, maar hij wordt hier meer en meer vervangen door de moderne vervoermiddelen en door het schaap als leverancier van wol en vlees. In afgelegen gebieden wordt hij echter nog wel gebruikt. Ook buiten Zuid-Amerika, in de Verenigde Staten, Europa (voornamelijk Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Italië), Australië en Nieuw-Zeeland, wordt de lama gehouden, voornamelijk als gezelschapsdier, maar ook voor de wol. Eind negentiende, begin twintigste eeuw werd het houden van exotische dieren een modeverschijnsel op de Europese landgoederen, waar lama's naast dieren als zebra's, struisvogels, antilopen, kangoeroes en zelfs roofdieren gehouden werden.

 

Uiterlijk

De lama heeft een schofthoogte van 109 tot 119 centimeter, een kop-romplengte van 120 tot 225 centimeter en een lichaamsgewicht van 130 tot 155 kilogram. De vacht bestaat uit dikke wol. Het gezicht is dunner behaard. De vachtkleur varieert van wit via roodbruin en grijs tot zwart, zowel effen als gevlekt. De vacht bestaat uit een ruwe buitenvacht en een ondervacht. Hij verhaart en valt daardoor elk jaar gedeeltelijk uit.
Lama's hebben net als andere kameelachtigen een lange nek en lange ledematen. De ondertanden van de lama blijven ook bij volwassen dieren steeds doorgroeien. In de bovenkaak zitten geen voortanden. Net als andere kameelachtigen heeft de lama een gespleten bovenlip.

 
Aan iedere poot heeft de lama twee tenen. Ze hebben geen echte hoeven maar wel een dikke eeltlaag onder hun poten.

Wetenswaardigheden

De lama werd tussen de 4000 en 5000 v.Chr. gedomesticeerd door de Inca's, die de dieren hielden als lastdier, maar ook voor de wol, het vlees en de mest. De lama is een ideaal lastdier in de bergen: hij kan overleven tot op 4000 meter hoogte en tot 95 kilogram dragen over een afstand van 15 tot 30 kilometer per dag, over ruw, bergachtig terrein. Door lama's als lastdier te gebruiken, konden de Inca's handel bedrijven over grotere afstanden. Karavanen lama's werden gebruikt om koopwaar, goud en zilver te vervoeren. Paarden waren in Amerika niet bekend en zijn pas in de 16e eeuw uit Europa ingevoerd.

Het bloed van lama's bevat een hoog gehalte aan hemoglobine en een hoge concentratie ovale rode bloedcellen waardoor het dier goed kan overleven op grote hoogte waar weinig zuurstof is.

Voedsel in de natuur

De lama voedt zich met allerlei planten en grassen die groeien in de bergen zoals bladeren, wortels, knollen, zaden, granen, noten, mossen en korstmossen. Hij leeft veelal in droge gebieden en haalt het meeste vocht uit het voedsel. Kameelachtigen consumeren per dag ongeveer 2 tot 3 liter water en 1,8% van hun lichaamsgewicht aan droog voedsel (gras, hooi). Lama's hebben drie magen en zijn herkauwers.

Gedrag

Een lama staat bekend om zijn typische reactie tegenover (vermeend) gevaar, namelijk spuwen in de richting van zijn belager. Het zure en stinkende uitgespuwde speeksel bestaat gedeeltelijk uit halfverteerd voedsel uit de maag. De lama gebruikt zijn stem om andere dieren te waarschuwen voor roofdieren. Door middel van uitwerpselen wordt het territorium van de kudde afgebakend.

Predatie

Predators van de lama's zijn kleine hondachtigen, met inbegrip van coyotes, poema's en ocelotten.

Voortplanting in de natuur

De mannetjes verzamelen een harem van ongeveer 6 vrouwtjes in een afgebakend territorium en verjagen andere geslachtsrijpe mannetjes. De meeste vrouwtjes planten zich voort als ze een jaar of twee zijn. De lama heeft geen vaste vruchtbaarheidscyclus, maar ze hebben de neiging om laat in de zomer of vroeg in de herfst te paren. Na de paring krijgen de vrouwtjes na 24 tot 36 uur een ovulatie. Na een draagtijd van 348 tot 368 dagen komt één jong ter wereld, dat bij de geboorte acht tot zestien kilo weegt. Na een uur kan het jong staan. Het jong wordt ongeveer vier maanden door de moeder verzorgd. Na één jaar zijn de vrouwtjes geslachtsrijp. De mannetjes zijn na drie jaar geslachtsrijp.
Alle lamasoorten zijn nauw verwant aan elkaar en de hybrides zijn vruchtbaar. De lama kan zelfs hybridiseren met de kameel. Een kruising tussen een lama en een kameel wordt cama genoemd.

Bedreiging

Lama's zijn niet bedreigd.
Cites: Geen speciale status

Adopteer deze Lama