Genetkat Genetta genetta
Dieren in onze sanctuary
Kanu

Kanu werd in beslag genomen bij een private eigenaar. Het dier werd zwaar mishandeld en vond zijn weg naar Stichting AAP. De Zonnegloed kon Kanu terug een nieuw leven schenken samen met Tikeya, een andere Genetkat afkomstig van NHC Opglabeek. Ze doen het nu samen supergoed.

Kenmerken
- Grootte:
- 47 - 60 cm
- Voedsel:
- Insecten, kikker, konijn, rat, vogel
- Gewicht:
- 1 - 2.5 kg
- Leeftijd:
- 14 jaar/ans/years
- Draagtijd:
- 2,5 maand/mois/month
- Status:
- Niet bedreigd
- Familie:
- Genetkat
- Leefgebied:
- Zuid-Europa, Afrika
Waar voelt hij zich op zijn best?
Hij komt voor in grote delen van zuidelijk Europa, Arabië en Afrika, zuidwaarts tot Zuid-Afrika. Waarschijnlijk is de Europese populatie geïntroduceerd. De genetkat leeft in rustige gebieden, ver weg van de mens. Hij heeft een voorkeur voor bosrijke gebieden, vaak in de nabijheid van beekjes en in rotsachtige terrein, gegroeid met struiken. In de drogere gebieden van Zuidelijk Afrika komen lichter gekleurde genetkatten voor, in vochtige leefgebieden is hij juist wat feller van kleur.
Wat eet hij graag?
De genetkat is een omnivoor en hij heeft een gevarieerd dieet. Hij heeft een voorkeur voor kleine knaagdieren als muizen, maar hij voedt zich ook met vogels, reptielen en insecten. Hij vangt zijn prooi vanuit een hinderlaag. Nu en dan eet de genetkat ook bessen en andere vruchten. Zelf wordt de genetkat soms gegeten door uilen.
MEER INFO
De genetkat is een schitterend klein katachtig roofdier, dat verwant is aan de civetkat. Genetkatten behoren tot een aparte familie, namelijk die van de civetkatachtigen en de soortnaam is Genetta genetta. De genetkat komt vooral voor in Zuid-Europa, Arabië en Afrika, in gebieden waar zeer weinig tot geen mensen komen. Civetkatten zijn naar verluidt zeer zeldzaam, maar dit is niet met zekerheid te zeggen omdat ze in gebieden wonen waar weinig mensen komen. Het kan dus best zo zijn dat de populatie genetkatten zeer groot is, zonder dat wij daar weet van hebben.
Uiterlijk van de genetkat
Als je naar de genetkat kijkt, zie je een klein roofdier met een slank katachtig lichaam en een lange staart. De poten zijn kort met klauwen die half intrekbaar zijn. Genetkatten bereiken een lengte van 47-60 centimeter (exclusief staart). Hun staart is tussen de 40 en 51 centimeter lang. Gemiddeld wegen ze zo'n 2 kilo en de schofthoogte ligt tussen de 18 en 20 centimeter.
Ze hebben een korte vacht die geel tot grijs van kleur is. Over zijn gehele lijf zijn donkerbruine tot zwarte stippen zichtbaar, die strepen lijken te vormen. Op zijn staart lopen afwisselend lichtere en donkere strepen. De snuit dient altijd zwart van kleur te zijn en er moet een witte kleur rond de ogen en bek zichtbaar zijn. In drogere gebieden in het zuiden van Afrika is de genetkat lichter en geler van kleur, in vochtigere gebieden zijn ze feller en donkerder van kleur. In een enkel geval komt melanisme voor, wat inhoudt dat de genetkat geheel zwart of zeer donkerbruin is. Genetkatten zijn snel en lenig en kunnen zich zeer gracieus bewegen. Ze springen met het grootste gemak van tak naar tak. Ook kunnen ze erg hoog springen. Ondanks hun korte poten, kunnen ze gemakkelijk twee meter de hoogte in springen.
Karakter
De genetkat is een solitair nachtdier, dat ook wel in de schemering actief is. Overdag zal de genet rusten en slapen in de hoogste boomtappen. Genetkatten hebben een eigen territorium, maar dit kan overlappen met het territorium van soortgenoten van het andere geslacht. Agressie naar soortgenoten toe wordt haast nooit gesignaleerd en de genetkatten lijken elkaar te tolereren. De dieren jagen, net als katachtigen, vanuit een hinderlaag. Ze zijn erg nieuwsgierig en hebben een hoge intelligentie.
Op het moment dat ze niet op de grond aan het jagen zijn, vertoeven genetkatten het liefst hoog in de bomen. Hier kunnen ze hun omgeving goed in de gaten houden, of ze kunnen uit het zicht van andere dieren lekker slapen.
Hoewel het gedrag van de genetkatten in grote lijnen overeen komt, heeft ieder individu zijn eigen karkater. Wilde genetkatten zijn altijd schuw en blijven het liefst zo ver mogelijk bij mensen uit de buurt. Maar als de genetkat 'tam' is, zal hij zich bij mensen iets meer op z'n gemak voelen. Maar het zal nooit een huisdier worden zoals de huiskat die bij je op schoot komt liggen om z'n portie aandacht op te eisen. Getemde genetkatten zijn heel zelfstandig en zien de mens echt als 'personeel' en zijn geneigd om zeer egoïstisch te zijn en over iedereen heen te lopen. GEEN HUISDIER !
Leefwijze en leefgebied
De genetkat komt voor in grote delen van Zuid-Europa, Arabië en Afrika. Men vermoedt dat de Europese populatie geïntroduceerd is, en dat deze niet van nature voorkomt op dit continet. Aangenomen wordt dat de genetkat met scheepvaarders vanuit Arabië en Afrika is meegenomen naar het zuiden van Europa. In Zuid-Europa worden ze vooral gesignaleerd in Spanje en Portugal, maar ook worden er weleens exemplaren gespot in Midden-, Oost- en Zuid-Frankrijk.
Genetkatten leven het liefst in rustige gebieden waar geen mensen komen. Bosrijke gebieden, waar beekjes/riviertjes en rotsachtig terrein in de omgeving te vinden zijn, zijn erg geliefd bij de Genetta genetta. Koude streken zoals hooggebergte worden door de dieren gemeden. In de Pyreneeën komen ze bijvoorbeeld voor tot maximaal 2.000 meter. De genetkat leeft solitair, wat inhoudt dat zij alleen leven en niet in groep.
Voeding
De genetkat is een typische omnivoor met een zeer gevarieerd dieet. Ze eten overwegend kleine knaagdieren, maar ook vogels, reptielen, insecten, bessen en andere vruchten komen voor op zijn menukaart. Genetkatten jagen en zoeken naar voedsel op de grond. Wanneer het om een prooi gaat, jagen zij vanuit een hinderlaag.
Voortplanting
De genetkat heeft geen voortplantingsseizoen, maar er wordt wel gezien dat er meer jongen geboren worden in april, mei, augustus en september. De draagtijd van genetkatten is 10 tot 11 weken, en per worp worden er 1 tot 3 jongen geboren, zelden worden er 4 geboren. Bij de geboorte zijn de jongen ongeveer 13cm lang. Tot acht weken na de geboorte drinken de jongen enkel melk bij de moeder, daarna verlaten ze voor de eerste keer het nest. Ook gaan de jongen vanaf deze periode vast voer eten, zoals bessen en prooidieren. Na zes maanden zijn de jongen volledig gespeend en eten zij enkel nog vast voer. Op de leeftijd van één jaar is de genetkat niet meer afhankelijk van zijn moeder en verlaat hij het nest. Met twee jaar oud zijn de dieren zelf vruchtbaar. Genetkatten hebben hun nest in holen, bomen, rotsen of onder struiken.
Klik op de foto hieronder voor een filmpje van een wilde genetkat in de natuur.
Klik op de foto hieronder voor een filmpje over een reddingsactie stichting aap
Adopteer deze Genetkat